Vroeger kon ik in momenten trots zijn op Nederland, maar dat gevoel leeft al lang niet meer. Los van de lovende reacties ben ik geschokt door de reacties naar aanleiding van het prachtige en persoonlijke gesprek in Zomergasten met Bessel van der Kolk, van oorsprong afkomstig uit Nederland. Zijn ideeën zouden desastreuze gevolgen kunnen hebben…Maar waarom eigenlijk?
Waar komt bijvoorbeeld het idee vandaan dat zorgprofessionals tovenaars zijn die de macht hebben om herinneringen in hun cliënten te implanteren? Maken we de rol van hulpverlener dan niet veel te groot? Wat zegt een dergelijke stellingname over onze visie op hulpverlening? Waarom wordt een man die met zoveel liefde zijn werk heeft gedaan en doet, die zichzelf goed kent en zoveel ervaring heeft in het werken met trauma en internationaal gevraagd wordt bij moeilijke vraagstukken, in zijn eigen land door sommige collega's verketterd?
Ik werk zelf al meer dan 27 jaar met trauma en heb als student en beginnend psychotherapeut een aantal jaren onderzoek gedaan naar de kwaliteit van traumatische herinneringen bij ernstig getraumatiseerde mensen. Ik vond het geweldig om onderzoek te doen, mensen te interviewen en ik was oprecht nieuwsgierig wat er uit zou komen. Ik was verrukt dat we ook dingen ontdekten die we niet hadden verwacht. En… ik was in beginsel in de illusie dat de wetenschap ook oprecht nieuwsgierig was. Tot ik artikelen las rond de hele controverse van verdrongen herinneringen waarin er zo ongenuanceerd werd gesproken en gedebatteerd door mensen die zichzelf als professional betitelen. Ik vroeg me toen al af hoe mensen zomaar de stelling in kunnen nemen dat verdringen niet bestaat, terwijl ik in het werkveld wel degelijk zag dat dit het geval was. En met name het immense leed wanneer deze herinneringen omhoog kwamen; niet willen dat het waar is, de schuld-, schaamte- en loyaliteitsgevoelens, de uitstoting uit en wegkijken van het systeem en het in bescherming nemen van de daders. Voor mij was het indertijd een reden om niet te promoveren. Mijn hart lag in het werken met mensen, hier van betekenis te zijn, van hen te leren en ik had er geen behoefte aan om in een strijd en polarisatie met collega’s terecht te komen. Het vak van traumadeskundige heb ik niet geleerd vanuit de boekjes, maar van de mensen waar ik mee heb mogen werken en door mezelf daarin ook recht in de ogen te kijken.
Daarnaast realiseerde ik me toen al dat niet alles in een laboratorium te onderzoeken is. Zo is het voor iedereen volstrekt logisch dat het ethisch totaal onverantwoord is om bijvoorbeeld kinderen in een laboratorium gedurende jaren te misbruiken om te zien wat dit doet. Dit betekent dus dat je alleen maar van mensen die dergelijke dingen wel hebben meegemaakt kunt leren. Frans de Waal benoemt dit fenomeen ook in zijn nieuwste boek Anders. Hij beschrijft dat een primatoloog zich niet bezig houdt met wenselijkheid van gedrag, maar die zo goed mogelijk probeert te beschrijven. En dat is wat Bessel van der Kolk, en vele anderen met ons, hebben gedaan; de mensen waarmee we werken observeren en bestuderen, beschrijven en bevragen om hier over te kunnen leren. En zo zou wetenschap ook dienen te zijn, open en ontvankelijk en niet bezig zijn met wenselijkheid, belangen van status of geld.
Het tragische is in dit geval ook dat de ‘studieobjecten’ geen machines, voorwerpen of objecten zijn, maar mensen die al zoveel leed achter de rug hebben, te maken hebben gehad met veelal onmenselijke situaties en die, wanneer ze eindelijk het lef hebben om hier over te spreken en hiermee te breken alsnog in een onmenselijke wereld, uitsluiting en soms afstandelijke hulpverlening terecht komen.
En deze attitude van ontkenning, miskenning en bagatellisering zien we ook terug in hoe we bijvoorbeeld met vluchtelingen omgaan. Ook hierin mist menselijkheid, begrip en respect voor waar mensen vandaan komen. Juist mensen die trauma achter de rug hebben, hebben veiligheid, zorg, menselijkheid en hoop nodig en ook dat ze door kunnen gaan met leven, zoals Bessel in het interview ook al aangaf. Rouwen en omgaan met trauma en pijn is in elke cultuur anders en ik kan me verbazen dat er zo weinig ruimte is om dit op een eigen manier te mogen doen. Politieke beslissingen hierover worden zonder hart, menselijkheid en zonder respect voor cultuur en pijn genomen, zonder kennis over de impact van trauma en zo gaat dit ook in onze hulpverlening. Mensen zijn nummers op een lange wachtlijst geworden die in een protocol, gebaseerd op het medisch model, worden behandeld met een evidence-based-methode. Maar zoals Bram Bakker laatst op een event zei: als dit dan allemaal zo goed zou werken, waarom zijn de wachtlijsten dan nog nooit zo hoog geweest?
Daarbij verbaas ik me ook al jaren over de ongenuanceerdheid van reacties en het hardnekkige geloof in het debat. Een debat zoals dit nu gevoerd wordt levert met name polarisatie, verdeeldheid en wederzijdse frustratie op en kennelijk hebben we nog steeds niet begrepen dat het aangaan van een dialoog een veel constructievere en (emotioneel) volwassenere insteek heeft. Hierin kunnen we een voorbeeld nemen aan de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika (waar Bessel ook naar verwees) waarin begrippen als werkelijk luisteren, empathie, compassie, ontvankelijkheid en vergeving de boventoon voeren.
Nederlanders zijn mijns inziens ook niet goed in toegeven dat ‘je fout zit’, daar zijn vele voorbeelden van bekend. We lopen liever met gesloten ogen door, ook als is het einddoel een ravijn, ongeacht de mensen die hier de dupe van worden. In de politiek kunnen mensen met zoveel gemaakte blunders wegkomen. Al sinds de koloniale tijd richten we schade aan en dat mag in de ogen gekeken worden. Het is niet voor niets dat hier tegenwoordig zoveel meer over naar buiten komt. We zijn slaaf geworden van onze eigen kolonisatie vanuit het verleden in onze manier van kijken en we zien het niet. En dit heeft onder andere gevolgen voor onze samenleving (individualisme, (verborgen) discriminatie, economisering & kapitalisme), de hulpverlening, de visie op ziekte, op onderwijs en in hoe we omgaan met mensen die anders zijn en hun nek durven uit te steken. De menselijke waarden zijn steeds verder te zoeken.
Dus laten we luisteren en leren, ons openstellen voor alles wat anders is en hier nieuwsgierig naar zijn. Laten we niet gericht zijn op gelijk willen hebben, maar op nuance, menselijkheid, volwassenheid, het grotere belang en een mooiere wereld voor iedereen. En dit kan alleen wanneer we bereid zijn om ook eerlijk naar onszelf te kijken en onze eigen beperkingen en ongelijk kunnen erkennen. En laten we als Nederlanders trots zijn op een een landgenoot als Bessel van der Kolk, die zijn nek durft uit te steken, zichzelf kwetsbaar, open en eerlijk op durft te stellen en voor zijn enorme constructieve bijdrage aan het werken met trauma, gebaseerd op een schat aan jarenlange ervaring in het werken met trauma. Ik voel me dankbaar dat ik in 2005 samen met hem & Onno van der Hart een artikel heb mogen schrijven over mijn onderzoek.
Dit vereist ook ‘humbleness’ en het loslaten van vooringenomenheid, zeker ook ten aanzien van trauma. Mensen die trauma hebben meegemaakt hebben te maken gehad met situaties die velen van ons niet kunnen voorstellen en hier kunnen we alleen maar van leren. Hier zijn mensen als Edith Eger, Nelson Mandela en Victor Frankl een groot voorbeeld in. De titel van Gabor Mate's film is hierin treffend: the Wisdom of Trauma.
Daarnaast dienen we niet te vergeten dat hulpverleners ook gewoon mensen zijn en dit betekent dat wij ook onze beperkingen en wonden hebben. Wijsheid leer je niet uit de boekjes, maar door ervaringen. Een diploma is niet altijd een garantie voor kundigheid, vak-bekwaamheid en/of integriteit. En we weten inmiddels ook dat de a-specifieke factoren van therapie als menselijkheid, begrip, empathie, vertrouwen en veiligheid een cruciale rol spelen in een geslaagd therapeutisch proces. Ik hoop oprecht dat ik weer trots kan zijn op Nederland en dat we samen wijzer zullen worden vanuit het verleden, onszelf in de ogen durven kijken dat we werkelijk leren luisteren en het lef hebben om een andere koers in te slaan. En hierin is zelfreflectie essentieel en cruciaal. Gelukkig zijn er inmiddels vele mooie initiatieven in samenwerking voor betere zorg en een betere wereld en zijn er ook veel genuanceerde reacties en ik ben dankbaar dat ik daar deel van uit mag maken.
Comentarios