De wijsheid van de Inca’s leeft nog steeds voort. Incapriesters Don Juan en Ivan Nuñes del Prado zijn daar het levende bewijs van. Hilde Bolt sprak beide mannen en peilde hun gedachten over zelfreflectie.
Don Juan en zijn zoon Ivan Nuñes del Prado zijn grote inspirators en leermeesters voor mij als mens, maar ook voor het werk dat ik doe. Door hun vele reizen, hun oprechte nieuwsgierigheid, maar ook de enorme antropologische, geschiedkundige en psychologische kennis en wijsheid, weten ze werelden en perspectieven op een unieke manier met elkaar te verbinden. En dat is belangrijk voor de wereld van vandaag.
Hoe wordt er vanuit het Incaperspectief naar de wereld van vandaag gekeken en naar de problemen en uitdagingen die er zijn?
Don Juan: ‘Vanuit de Incatraditie bestaat er een profetie. Deze gaat over de overgang naar een nieuwe Golden Age, waarbij het gaat over de werkelijke en her-ontmoeting van mensen. We gaan onszelf opnieuw ontmoeten en daarvanuit zullen we in staat zijn om ook anderen weer werkelijk te gaan ontmoeten.
De Andestraditie is heel systematisch, het gaat niet om een datum waarin alles verandert, maar ze zegt dat de veranderingen geleidelijk zullen gaan. Volgens onze grote meesters is de eerste aanzet tot verandering begonnen op 1 augustus 1990 tot en met 1 augustus 1993. Vervolgens waren er 7 jaren om de nieuwe tijd voor te bereiden tot 2000. Tussen 2000 en 2012 is de werkelijke Golden Age in de manifestatie gekomen. Dit is heel interessant omdat dit gelijk loopt met het eindigen van de Maya kalender. Het is ook verbonden met meerdere stromingen zoals de profetieën van de Hopi en de profetie van de Kali Yuga. Al deze tradities verwijzen naar 2012 als een belangrijk keerpunt.’
‘Het is nodig dat we ons realiseren dat we allemaal tot één mensheid behoren.’
Ivan: ‘In de profetieën van de Qeros komt naar voren dat in deze tijd de verschillende kinderen van God, verschillende groepen mensen, hun kennis en ervaring zullen gaan uitwisselen en van elkaar zullen leren, om zo tot nieuwe, gezamenlijk universele kennis te komen. Ze zullen hun kennis, hun acties, hun gevoelens en hun intenties uitwisselen. Dit zal ervoor zorgen dat er één soort “kinderen van God” zal ontstaan.
Hiervoor is het nodig dat we zover zullen moeten komen dat we alle verschillende groepen en culturen kunnen (h)erkennen en ons realiseren dat we allemaal tot één mensheid behoren. En dat we dezelfde waarden zullen hebben in het aanzicht van God en elkaar. Dan zullen we broeders en zusters worden. Onze traditie zegt dat er dan een wérkelijk menselijk begrip zal komen, dat we met elkaar een nieuwe tijd kunnen beginnen, waarin we zullen erkennen dat we allemaal uit hetzelfde hout gesneden zijn en dat alle mensen gelijkwaardig zijn.
Wij zien dit als een mooie ontwikkeling en geloven in wonderen, maar die wonderen zullen alleen gebouwd kunnen worden met de eigen handen. Daarvoor zullen we in actie moeten komen. We moeten hier niet op wachten, maar we zullen hier zelf actief aan moeten bouwen.
Daarvoor is het nodig dat er bruggen gebouwd worden tussen de verschillende tradities. En daar zijn mensen van wat wij noemen “het vierde niveau” voor nodig. En dit is waar wij in getraind zijn. Hierbij gaat het om mensen die werkelijk in staat zijn om verschillende tradities met elkaar te verbinden, hier een brug in kunnen vormen en ook aan beide kanten uitleg kunnen geven om mensen hierin mee te nemen. Het is onze eigen verantwoordelijkheid om de vrede samen te bewerkstelligen waar we zo naar verlangen.’
Prachtig, zouden jullie iets meer kunnen vertellen over die niveaus?
Don Juan: ‘Volgens deze visie zijn we bezig met de overgang van het derde niveau naar het vierde niveau. Het derde niveau is het niveau dat nog steeds bepaalde conflicten tussen verschillende volkeren impliceert en een bepaalde concurrentie en wrijvingen geeft, omdat dit zich in de dualiteit bevindt. De wereld voor de persoon op het derde niveau is polair en verdeeld in goed en kwaad/fout. Dus: “Als ik gelijk heb, hebben de anderen natuurlijk ongelijk en dan gaan we vechten voor ons gelijk.” Hierdoor hebben we conflicten.
Het 4e niveau gaat over het bouwen van bruggen, het zoeken naar verbindingen, het proberen de verschillen en tegenstellingen te overstijgen en in onszelf en samen op te lossen. Het is dus een compleet andere, overstijgende manier van “zijn”. De traditie zegt dat deze verandering de bewustzijnsverandering van het ene niveau naar het volgende zal zijn.
De mensen van het vierde niveau zijn degenen die de bruggen moeten bouwen en mensen moeten helpen om dit te bereiken en te begrijpen, zodat we dit nieuwe tijdperk kunnen opbouwen.’
Beschrijven de profetieën ook een rol voor de Incatraditie in deze transitie?
Don Juan: ‘In deze metafoor, de profetie, zijn de Inca’s de eigenaar van, wat wij noemen de Munay: de kracht van liefde en van de wil, Llank’ay. De westerse mensen zijn eigenaren van de macht Yachai, wat intellectuele kennis is (mind).
Volgens deze traditie is het “gewone volk” eigenaar van de macht van Llank’ay: de wil, actie of arbeid. Dus deze belangrijkste krachten, onze sterke punten, zullen we moeten delen en uitwisselen.
En ieder mens moet eigenaar worden van de drie: eigenaar van de Yachai, intellectuele kennis en wijsheid (mind), de Munay, de liefde en eigenaar van Llank’ay, de actie of wil.
Wanneer we deze drie krachten volledig ontwikkeld hebben, kunnen we nu de mensen van de nieuwe tijd zijn, de mensen van de toekomst.’
‘Het is onze eigen verantwoordelijkheid om de vrede samen te bewerkstelligen waar we zo naar verlangen.’
Ik weet dat jullie beiden ook toevlucht hebben genomen in het Boeddhisme. Hoe past dit in deze drie dimensies?
Ivan: ‘Boeddhisme heeft de primaire focus op de mind, de Yachai. We spreken over menselijke krachten die we allemaal hebben, maar niet altijd ontwikkelen. En het evolutionaire punt van al deze krachten ligt verschillend in ieder van ons en in iedere traditie. We kunnen in een van de drie krachten meer ontwikkeld zijn, maar ook verschillende tradities kunnen vaardiger zijn in het ontwikkelen in verschillende aspecten van die krachten.’
Don Juan: ‘Technisch bekeken is meditatie een training van je mind en hier is het Boeddhisme op gericht. Zijne hoogheid de Dalai Lama zegt wel: het gaat om de training van je mind en wanneer je deze traint kunt je met de mind alles oplossen.
De boeddhistische traditie werkt met de innerlijke Boeddha als hoge kwaliteitsfactor. Je gaat op zoek naar de innerlijke Boeddha op het pad naar verlichting. Dus als je die in jezelf hebt gevonden, als je je herinnert, zoals sommige tradities zeggen, dan zul je verlicht zijn.
In de Andes-traditie word je gevraagd naar je Incazaad te zoeken. Deze hoge kwaliteitsfactor in jezelf. En als je verbinding maakt met dit Incazaad, kun je de kwaliteit van de Inca ontwikkelen. En de Inca verwijzen naar Pachakuti, die volgens het verhaal verlicht was. Inca betekent voor ons ook verlicht. En in beide gevallen is het doel van de hele traditie de verlichting.
Het licht dat wordt geproduceerd door een mens, de verlichte.
‘In de Andes-traditie word je gevraagd naar je Incazaad te zoeken.’
Onze traditie zegt dat als je bewustzijn tot een bepaald punt stijgt, je dat natuurlijke licht als het ware gaat uitstralen. Vanuit het Boeddhisme wordt ook benoemd dat Shakyamuni aan het mediteren was, verlicht werd en naar de markt ging en de mensen hem zagen gloeien.
In ons geval zegt de traditie dat de Inca bij een meer ging mediteren, hij kreeg een verbinding, een spirituele mystieke ervaring en toen hij terugkwam, zagen mensen hem stralen. En daarom maakten ze hem tot de nieuwe koning van de Inca’s.
Het doel is dus hetzelfde: het vinden van het licht in jezelf. Je hebt dit zaadje in jezelf dat je moet cultiveren, dat is wat onze traditie zegt. In de boeddhistische traditie zeggen ze: je moet onthouden dat je een Boeddha bent. En dan snap je het.
Dit zijn dus processen die parallel lopen en wijzen naar die factor in jezelf.’
Dit doet me denken aan wat je vorig jaar zei, dat jullie jezelf zien als ‘boeren’ en dat je voor je eigen zaadje te zorgen hebt.
Ivan: ‘Ja, we zijn een traditie van boeren en al onze metaforen hebben daarmee te maken. Je hebt een zaadje, en je moet je zaadje voeden met water, en zon, en aarde, en wind en lucht om het te laten ontkiemen. En wanneer je je zaad ontkiemt, zul je je ontwikkelingsproces op gang brengen.
Alle metaforen gaan dus over planten, zaden en water geven.
Daarnaast vind ik het nog belangrijk om te benoemen dat ik denk dat de Inca-traditie en het Boeddhisme het meest respectvol zijn naar andere tradities. Ze respecteren alle andere tradities volledig en geven ze hun waarde en hun positie in de wereld. En dat is echt een groot uitgangspunt om te beginnen, omdat respect de basis is voor alle bruggen die je kunt slaan tussen tradities en religies. Zowel de Inca’s als de boeddhisten hebben een diep respect voor andere tradities.
We waren een keer in Londen, tijdens een ontmoeting met de Dalai Lama, en toen zei hij iets geweldigs. Hij zei dat je je niet eens hoeft te bekeren tot de boeddhistische traditie. Je hoeft alleen maar krachtig gebruik te maken van je eigen traditie. Dat kan al voldoende zijn.
De Dalai Lama zei ooit: Een goed getrainde geest is het krachtigste instrument om een einde te maken aan het lijden in de wereld. En in onze traditie zeggen we dat je je geest moet cultiveren. Je moet je Yachai cultiveren. Train je wijsheid en je mind. Maar train ook je gevoelens, train je liefde en wil, en train je daden. Je moet je vaardigheden trainen, je werk, je vermogen om dingen met je eigen handen te maken.
Deze drie aspecten zijn van cruciaal belang. De dingen die je doet met je handen, met je lichaam, fysieke kracht, de dingen die je doet met je geest en de dingen die je doet met je hart. Je voelt het! Deze drie aspecten zijn voor ons de pijlers voor de persoonlijke ontwikkeling.’
‘Een goed getrainde geest is het krachtigste instrument om een einde te maken aan het lijden in de wereld.’
Het thema van deze editie van Optimist magazine is ‘zelfreflectie’. Hoe kijken jullie vanuit jullie traditie naar zelfreflectie?
Ivan: ‘Iets wat onze traditie kent is de zoektocht naar God buiten ons. We zijn van mening dat God, Viracocha voor de Andes, buiten jezelf staat. Het is dus de bedoeling dat je God buiten jezelf zoekt. Maar we zijn er ook van overtuigd dat we allemaal een zeer hoge kwaliteitsfactor in onszelf hebben, die we het zaad noemen. Het Incazaad.
Er is dus een resonantie tussen God buiten en deze hoge kwaliteitsfactor in jezelf. Op een bepaalde manier kun je zien dat het een druppel is van de grote geest die in je zit. En wanneer je verbinding kunt maken met deze factor in jezelf, kun je jezelf weerspiegelen en gereflecteerd zien in God.
Andere tradities kiezen soms voor een van de twee opties: God buiten jezelf of God binnenin. De Andes-traditie neemt beiden in beschouwing. Daarmee kun je jezelf in God weerspiegelen. Dit zien wij als zelfreflectie. Je kunt ervaren dat er iets van hoge kwaliteit in jou zit dat verbonden is met God. Veel mensen praten over “de Wil van God”. Dat lijkt op het grote plan voor het leven of voor het universum. Maar als je erachter komt dat je deze kwaliteit in jezelf hebt, zal jouw wil misschien resoneren met de Wil van God en zul je vanuit een hogere kwaliteit gaan leven.’
Dankbaar voor deze wijze woorden sluiten we het gesprek af, met mooie antwoorden en nieuwe inspirerende vragen in mij. Ik verwonder me hoe anders het perspectief is op zelfreflectie. Wij denken snel aan ‘steeds nadenken over jezelf’, wat vanuit een teveel leidt tot disfunctionele en zelfkritische navelstaarderij. Deze visie biedt zoveel meer mogelijkheden tot ruimte en groei.
(Dit artikel werd in april 2024 geplaatst in The Optimist)
Comments